Om mogelijke storing te voorkomen, raden fabrikanten van geïmplanteerde medische apparaten (zoals pacemakers, insulinepompen en neurostimulators) aan om altijd een afstand van minimaal 15,3 centimeter aan te houden tussen het draadloze apparaat en het medische apparaat. Personen met dergelijke apparaten moeten met het volgende rekening houden:
Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze apparaat wanneer u een geïmplanteerd medisch apparaat hebt, neemt u contact op met uw zorginstelling.
Stuur ons je contactgegevens voordat je met onze klantenondersteuning gaat chatten.
Chat startenVertel ons wat het probleem is en wij nemen via e-mail contact met je op. Ondersteuning via e-mail is beschikbaar in het engels.
VerzendenHeb je de zelfhulpopties geprobeerd en werkt de telefoon nog steeds niet? Laat ons er dan naar kijken.
Aan de slag